Melkveehouders vertellen over boeren op water met de Klimaatkaravaan
Bron artikel: Deltaplan Agrarisch Waterbeheer
De Veenweidegebieden in Zuid-Holland kenmerken zich door smalle kavels, brede sloten en drassige veengrond. En bodemdaling. Omgaan met waterkwantiteit is hier van alle tijden, maar zal vanwege klimaatverandering alleen maar belangrijker worden. Daarover gingen beleidsmakers, boeren en andere geïnteresseerden met elkaar in gesprek tijdens de DAW Klimaatkaravaan op 23 juni.
Koeien & Kansen boer
De Waterkaravaanbus van DAW met daarin o.a. vertegenwoordigers van LNV, I&W, gemeente Midden-Delfland, Unie van Waterschappen, de Hoogheemraadschappen van Delfland en Schieland en de Krimpenerwaard, bezochten ’s ochtends melkveehouder Marinus de Vries. Samen met zijn vrouw Arja en zoon Floren boert hij in Stolwijk (Krimpenerwaard). Hij doet al sinds 1998 mee met Koeien & Kansen om te werken aan een toekomstgericht bedrijf met weidegang. Hij heeft een inloopstal met zand voor 130 melkkoeien. De Vries wil natuur zoveel mogelijk integreren op zijn bedrijf door bijvoorbeeld natuurvriendelijke oevers en het stimuleren van biodiversiteit.
Boeren op water
De uitwisseling van veenbodems met zuurstof zorgt voor het natuurlijke proces van veenoxidatie, wat tot een continue proces van bodemdaling leidt. Zeker in de Krimpenerwaard speelt dit een grote rol voor de landbouw. Om veenoxidatie te voorkomen moet de bodem nat blijven, maar met een te hoog peil verliest de bodem aan draagkracht. Peilopzet is dus niet zomaar de oplossing, ook omdat daarmee de percelen niet perse in het midden ook nat blijven in de zomer. Om toch te kunnen blijven ondernemen en zijn koeien te laten weiden, is Marinus actief aan het onderzoeken welke maatregelen veenoxidatie voorkomen. Zo is hij pionier voor Klei op Veen (het opbrengen en mixen van kleideeltjes met veen vertraagt de oxidatie) en is er volop geëxperimenteerd met onderwaterdrainage / waterinfiltratie om de percelen ook zomers voldoende nat te houden. In gesprek met adviseur Barend van Meerkerk (PPP Agro Advies) zegt Marinus: ‘Zowel met waterinfiltratie als met Klei in Veen hebben we instrumenten in handen om bodemdaling tegen te gaan, dit moeten we zeker breder gaan toepassen in onze polder’.
Tijdens de busrit van Stolwijk naar Schipluiden vertelde Kees Boks over de motivatie van gemeente Midden-Delfland om samen met de 45 melkveehouders in Midden-Delfland te werken aan duurzaam beheer van het veenweidegebied.
Midden-Delfland stimuleert duurzaam agrarisch ondernemen
In Schipluiden, omringd door de steden Den Haag, Delft, Schiedam en Rotterdam, boert melkveehouder Anton van der Ende. Dit gebied hoort bij gemeente Midden-Delfland. De gemeente stimuleert hier al jaren melkveehouders via het programma Duurzaam Boer Blijven om duurzaam te ondernemen. Inclusief een vergoeding voor de geleverde prestaties via het kringloopcertificaat.
Bij het programma Duurzaam Boer Blijven haken inmiddels vele gebiedspartijen aan waaronder ook het Hoogheemraadschap van Delfland en ‘Rotterdam de Boer op’. Projectleider Duurzaam Boer Blijven van de gemeente, Kees Boks: “De boeren beheren het landschap waar wij met z’n allen recreëren en wonen.” Zo pacht Van der Ende grond in de Zuidrand, een recreatie- en natuurgebied wat grenst aan Schiedam en Vlaardingen. Hij laat de koeien daar grazen en beheert samen met andere boeren het gebied.
Ecologisch en chemisch in de sloot
Na een rondleiding over het bedrijf (90 koeien, 50 stuks jongvee en zelfcontrole over het waterpeil met een eigen bemaling via een molentje) vertelde Sandra Fraikin van Hoogheemraadschap van Delfland over het project Boeren Meten Water. Binnen dit project meten en bekijken boeren uit het gebied zelf de waterkwaliteit, zowel chemisch als ecologisch, in hun eigen sloot. “Zelf inzicht in de staat van je sloot krijgen en daarbij juist ook de ecologische staat meenemen, maakt het interessant voor boeren”. Het hoge waterpeil dat Anton van der Ende aanhoudt op zijn percelen ontlokte Wolter van der Kooij, lector agrarisch Waterbeheer van Aeres Dronten, de opmerking: “Voor het eerst dat ik een boer hoor die niet bang is voor hoog water”.