Mei

Eerste snede

Gras maaien en kuilen is in het voorjaar afhankelijk van het weer en de omstandigheden van de bodem. Natte percelen kunnen pas later bemest en gemaaid worden.

Terug naar overzicht

Maaien in het voorjaar is afhankelijk van het weer en de begaanbaarheid van het land. In een winter en voorjaar met veel neerslag kunnen er zelfs in mei percelen zijn die nog niet bemest zijn met drijfmest, kunstmest of beide. Voor elke veehouder betekent dat dus een andere uitdaging om het gras op een goede manier onder het plastic te krijgen.

Hou rekening met het maaitijdstip
Maak vooraf een plan, maar weet dat je dit soms moet wijzigingen door veranderende omstandigheden. Keuzes die men in het achterhoofd moet houden; welke kwaliteit gras zou ik het liefste nastreven? Wat is een passend ruw eiwit gehalte in de graskuil? Etc. etc. Is het gras jonger gemaaid dan wat eerst de planning was? Probeer het gras dan zo droog mogelijk te krijgen. Hierdoor wordt het eiwit bestendiger en de snelheid wat afgeremd. Wordt het gras in een later stadium gemaaid dan gepland? Kuil dan wat vochtiger in, zodat de verteerbaarheid nog iets verhoogd wordt door het conserveringsproces. Bestendigheid van eiwit is dan minder urgent in verband met het lagere Ruw Eiwit gehalte dan gepland. Maak de lengte van het gras in dat geval ook zo kort mogelijk.

Balen of kuilen
Mocht de mogelijkheid er zijn, dan is het raadzaam om de eerste snede in meerdere sleufsilo’s/kuilplaten in te kuilen. Vooral als de 1e snede in meerdere etappes wordt gemaaid, geeft dit geen extra werk met kuil afdekken. Door vervolgens nog andere sneden hier bovenop te kuilen kan er over een langere periode, een stabiele kwaliteit kuilgras worden gevoerd aan de koeien. Op bedrijven waar er geen mogelijkheid is om de 1e snede op twee plekken in te kuilen, kan nog worden overwogen om een klein gedeelte in balen te laten persen. Hierdoor kan men dit gras bijvoeren in periodes waarin er bijvoorbeeld weinig aanbod is van weidegras of op momenten dat de voeropname onder druk staat, bijvoorbeeld tijdens heel warme periodes.

Deze tip draagt bij aan:

  • Ammoniakuitstoot
  • Broeikasgasuitstoot
  • Eiwit van eigen land
  • Fosfaatbodemoverschot
  • Stikstofbodemoverschot