Maart

Groenbemester

Maak een afweging of je de groenbemester op je bouwland gaat oogsten of gaat onderwerken. Een belangrijke afweging hierbij is de ruwvoervoorraad op het bedrijf.

Terug naar overzicht

In Midden-Delfland is er niet veel bouwland, maar er wordt wel wat mais geteeld. Er is in de kringlooptips al eens aandacht besteed aan het zaaien van een vanggewas op bouwland. Als vervolg hierop wordt in deze tip gekeken hoe men hier mee om dient te gaan. Alle bewerkingen op het land zijn vanzelfsprekend afhankelijk van voldoende draagkracht. Let hier dus altijd goed op!

Vanggewas oogsten of onderwerken
Het begint met de vraag of je het vanggewas wil oogsten voor de voederwinning of niet. Vaak is deze keuze gebaseerd op de ruwvoervoorraad op het bedrijf. Is deze krap, dan wordt het vanggewas geoogst. In dat geval is het oogstmoment vaak kort voor het zaaien van het hoofdgewas in verband met een voldoende hoge opbrengst van de groenbemester. Dan is het onderwerken van de gewasresten geen groot probleem, omdat dit maar een beperkte hoeveelheid is. Het advies is een lichte grondbewerking om de stoppel wel te verkleinen, maar niet diep onder te werken.

Doe de grondbewerking op tijd
Mocht het vanggewas niet worden geoogst, probeer het gewas dan al tijdig te vernietigen. Hierdoor heeft de bodem voldoende tijd om het gewas te verteren en komen de nutriënten vrij op het moment dat het hoofdgewas daarom vraagt. Ook hierbij is een lichte grondbewerking wenselijk, waardoor het vanggewas meer in de bovenlaag van de grond blijft. Je kan bijvoorbeeld ergens in de tweede week van april met de schijveneg de grond bewerken. Let daarbij goed op de afstelling van de schijven. Mocht het gewas dan niet voldoende zijn verkleind, herhaal dit dan na een week of twee.

Deze tip draagt bij aan:

  • Broeikasgasuitstoot
  • Eiwit van eigen land
  • Fosfaatbodemoverschot
  • Stikstofbodemoverschot