Een rantsoen kan op veel manieren worden beoordeeld. Binnen de studiegroepen worden de rantsoenen op basis van cijfers met elkaar vergeleken. Een deel van de cijfers komt van een laboratoriumonderzoek (ruwvoeranalyse), andere cijfers komen van de melkfabriek (samenstelling in de melk).
Koesignalen
Naast de getallen die op papier staan, zijn de koesignalen misschien wel net zo belangrijk om het rantsoen bij te sturen. Dit geeft een enorme schat aan informatie. Door deze informatie te koppelen aan de cijfers kan je gerichter tot verbeteringen komen. En zoals wij altijd zeggen: “De koe die liegt niet!”. Als voorbeeld: Vreten de koeien op papier te weinig kilogram droge stof, maar is de pensvulling wel goed? Dan zal de passage van het voer te traag zijn. Door producten te gaan voeren die sneller verteren kan het ruwvoer mogelijk wat sneller door de koe heen gaan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan tarwe en gerst in plaats van maismeel.
Het juiste voer
Te snelle passage is ook niet gewenst, want dan wordt het voer minder goed benut door de koe. Dit is natuurlijk af te zien aan de mestconsistentie. Daarnaast kan ook door middel van het zeven van de mest worden beoordeeld of er nog veel onverteerde delen ruwvoer in zitten. In dat geval zal het voer trager door de koe moeten óf is het niet genoeg verkleind voordat het de koe in ging (onvoldoende kort gesneden/gehakseld). Ook kan worden beoordeeld of er nog onverteerd krachtvoer in de mest terug te vinden is. Bijvoorbeeld maismeel (vaak is dan te veel gevoerd) of hele korrels van granen, welke dan onvoldoende bewerkt zijn, waardoor deze niet worden opgenomen. Het zijn heel eenvoudige checks die iedere boer kan uitvoeren met een eenvoudige (keuken)zeef.
Hoe de koeien dagelijks gevoerd worden bepaalt immers op jaarniveau het resultaat in de Kringloopwijzer. Dus neem zelf de touwtjes in handen en zorg dat je op tijd bijstuurt.
Deze tip draagt bij aan:
- Ammoniakuitstoot
- Broeikasgasuitstoot
- Eiwit van eigen land