De voorjaarskuilen zijn over het algemeen droog gewonnen dit jaar. Het resultaat hiervan is dat er minder suiker is verbruikt voor de conservering. Het grote voordeel daarvan is dat er meer suiker beschikbaar is in de pens van de koe. Hierdoor hebben de pensbacteriën meer energie, zodat deze bacteriën het onbestendige eiwit beter kunnen benutten. Op de kuiluitslag is dit terug te zien aan de verhouding tussen DVE en OEB. Deze is waarschijnlijk gunstiger in het voordeel van de DVE.
Doordat er in de tweede helft van het voorjaar weinig regen is gevallen, is niet alle stikstof die bemest is, ook benut door het gras. Het resultaat hiervan is dat bij de meesten het totale Ruw Eiwit in de voorjaarskuilen lager is. Dit zorgt er ook voor dat het gras in potentie meer suiker kan bevatten per kilo droge stof.
Door een tekort aan vocht is ook het fosfaat uit de bodem minder goed opgenomen, met als resultaat een lager fosfor gehalte in de voorjaarskuilen. In extreme gevallen tot wel 1,0 gram fosfor lager dan voorgaande jaren. In rantsoenen waar overwegend gras gevoerd wordt, in combinatie met eiwitarm krachtvoer, heeft dit veel effect op het totale fosfor gehalte in het rantsoen. De norm voor fosfor in het rantsoen ligt rond 3,3 – 3,5 per kilo droge stof. Als er een graskuil gevoerd wordt waar rond de 3 gram fosfor per kilo droge stof zit, kunnen er mogelijk tekorten optreden bij de koeien. Kies in dat geval voor aanvullend krachtvoer of bijproducten met extra fosfor.
Deze tip draagt bij aan:
- Broeikasgasuitstoot
- Eiwit van eigen land