Een hoge levensduur van de veestapel is in vele opzichten interessant. Een oudere koe produceert efficiënter melk dan een vaars of schot, elke vaars minder opfokken scheelt euro’s, meer omzet per kg fosfaatrecht, etc. Echter is het verkrijgen van een veestapel met een hoge levensduur geen eenvoudige opgave. Er zijn immers velen factoren die dit beïnvloeden. Een van deze factoren is selectie en fokkerij. Door gericht te fokken en te selecteren krijgt men een koe die past bij het bedrijf, de boer, de grond, etc. Voor ieder bedrijf voldoet de ideale koe immers weer aan andere voorwaarden!
Een trend in de hedendaagse melkveehouderij is het gebruiken van jonge dieren (pinken en vaarzen) als moederdier voor het toekomstige jongvee. Echter is nog niet bekend wat deze dieren gaan presteren in het productieve leven als melkkoe. Oudere koeien daarentegen hebben bewezen hoe zij functioneren op het eigen bedrijf. Dit geeft meer zekerheid voor (fokkerij)resultaat in de toekomst.
Als veehouder kun je hier heel eenvoudig mee aan de slag gaan, door te kijken welke koefamilies het meeste voorkomen op het bedrijf. Kijk bijvoorbeeld naar de drie meest voorkomende koefamilies op het bedrijf. Deze koeien zijn in de meerderheid, wat een teken is dat zij passen binnen het bedrijf. Door hier gericht mee te fokken/selecteren krijgt men een veestapel die beter aansluit bij het bedrijf. Dit draagt positief bij aan het verhogen van de levensduur. Gebruik deze koeien om hieruit de nieuwe generatie jongvee op te fokken. Hierdoor krijgt het kalf al de genen van moederskant, die op het bedrijf goed tot uiting komen.
Deze tip draagt bij aan:
- Ammoniakuitstoot
- Broeikasgasuitstoot
- Eiwit van eigen land