Januari

Methaan uit de koe, hoe zit dat?

Verlaag de methaanemissie door het beperken van de hoeveelheid celwanden. Voer met minder celwanden verhoogt de voederwaarde. Hou rekening met de emissiefactor van de verschillende (kracht)voeders.

Terug naar overzicht

Als we kijken naar de verschillende indicatoren is ‘Broeikasgasuitstoot’ een belangrijke speler. De indicator wordt uitgedrukt in CO2 equivalenten per kilogram melk, en is opgebouwd uit koolstofdioxide, lachgas en methaan welke omgerekend worden naar CO2. Methaan vormt een groot deel van de CO2 uitstoot op een melkveebedrijf. Hoe wordt methaan eigenlijk gevormd en wat kunnen we eraan doen om dit enigszins te beperken?

Hou rekening met methaanemissiefactoren
Methaan wordt voor een groot deel in de pens van de koe gevormd, een kleiner deel komt uit de opgeslagen mest. Met name het methaan wat uit de pens van de koe komt, is te beïnvloeden door voerkwaliteit en keuzes voor bepaalde voedermiddelen. Methaan komt vrij bij de afbraak van celwanden. De micro-organismen zetten de celwanden om in energie, waarbij methaan vrijkomt. Hoe hoger het aandeel celwanden in het rantsoen, hoe meer methaan er wordt geproduceerd. De methaanemissie wordt bepaald aan de hand van een aantal factoren, namelijk het aandeel snijmais in het rantsoen, zetmeel in de maiskuil en het NDF-gehalte van de verschillende voeders. Ook voor de verschillende krachtvoeders is een emissiefactor bekend. Perspulp of droge bietenpulp bijvoorbeeld is een product met relatief veel celwanden en ook een hogere emissiefactor dan bijvoorbeeld gerst.

Beperk de hoeveelheid celwanden
In het eigen ruwvoer is NDF een hele belangrijke factor. Het NDF geeft aan hoeveel celwanden er in een kilogram droge stof zitten. Gras wat grof is en veel stengel bevat, heeft een hoger NDF dan gras wat jong en bladrijk is. Door in te zetten op een beter verteerbare graskuil of partij grasbalen, wordt het aandeel celwanden beperkt. De micro organismen in de pens vormen hierdoor bij de afbraak van het gras minder methaan.

Lagere NDF betekent vaak een hogere voederwaarde
Een groot voordeel van gras met een lager NDF is dat de voederwaarde vaak hoger ligt. Per kilogram droge stof neemt de hoeveelheid VEM, RE en/of suiker toe, want waar geen celwanden zitten is er immers ruimte voor eiwit of energie. Wanneer het NDF van de graskuil lager is, kan een koe er ook meer kilogrammen droge stof van op. Dit betekent dat een koe een hogere opname van VEM en eiwit kan realiseren, wat kan bijdragen aan een hogere melkproductie of lagere krachtvoergift bij dezelfde productie. Er wordt weleens gesuggereerd dat bij gras met een lager NDF pensverzuring of een te snelle passage op de loer ligt. Dit hangt echter af van de bijvoeding. Bij snellere graskuilen kan en hoeft minder krachtvoer gevoerd worden dan bij een grovere graskuil. Uiteindelijk kan een lager NDF in de graskuil zorgen voor een hogere productie uit eigen ruwvoer, wat de aankoop van krachtvoer kan beperken.

Deze tip draagt bij aan:

  • Broeikasgasuitstoot
  • Eiwit van eigen land