In deze tip wordt er aandacht besteed aan de planning van bemesting gedurende het jaar. De regelgeving verandert (jammer genoeg) continue, zeker wat betreft bemesting. Het is een hele uitdaging om de steeds weer veranderende regels überhaupt te kunnen bijhouden en begrijpen zo snel als het gaat. Dit is echter een gegeven waar je niet aan ontkomt, dus het is de kunst om hier dan toch maar zo goed mogelijk mee om te gaan.
Zorg voor goede benutting van de mest
De krapper wordende bemestingsnormen vragen om enige planning van de bemesting. De benutting van drijfmest wordt steeds belangrijker. Als melkveehouder wil je graag een goede ruwvoeropbrengst van goede kwaliteit van het land halen. De juiste bemesting is daarvoor cruciaal. Het wordt dus nóg belangrijker om elke kilo stikstof, fosfaat, kali, etc. zo goed mogelijk te benutten. Dat wil zeggen dat de mest moet worden toegediend op het moment dat het gewas het kan opnemen.
Maak een goede planning en hou rekening met de omstandigheden
Je moet in het voorjaar pas bemesten als de draagkracht goed is en de bodem op voldoende temperatuur is. Verder is het zinvol om de meeste mest (90%) rond eind juli/begin augustus aan te wenden. Later in het jaar bemesten is niet zinvol in verband met nalevering/mineralisatie en traag vrijkomen van de nutriënten.
Ook mest afvoeren moet je plannen
Er zijn steeds meer bedrijven die ook mest moeten afvoeren. In dat geval is het goed om de mest te kunnen afvoeren op de moment dat de markt gunstig is. Dit is ook vaak het moment dat de melkveehouder zelf zijn land graag wil bemesten. Om de hierboven genoemd punten tot een succes te maken, is voldoende mestopslagcapaciteit een vereiste! Zorg dat je het stuur in handen houdt en niet van anderen afhankelijk bent. Bekijk wat de mogelijkheden zijn op jouw bedrijf.
Deze tip draagt bij aan:
- Ammoniakuitstoot
- Broeikasgasuitstoot
- Eiwit van eigen land
- Fosfaatbodemoverschot
- Stikstofbodemoverschot