Het is begin januari. De meeste veehouders zullen nog niet aan de eerste snede denken, maar onderschat het niet, deze is dichterbij dan je zou denken. Het maken van goed (ruw)voer begint immers al voordat het gras begint te groeien. Met het wisselvallige weer is het niet elke dag even aantrekkelijk om eens een rondje door de polder te maken, maar dat maakt het niet minder belangrijk! Gun jezelf daarom de tijd om alle percelen af en toe langs te gaan en vergeet ook vooral de buitenstukken niet! Dit geeft inzicht in de actuele stand van zaken en kan helpen om op tijd bij te sturen.
Is de afwatering overal nog op orde? Zijn er greppels die dicht zitten, of zijn er percelen die volgende zomer toch maar eens rond gelegd moeten worden? De winter is de beste tijd om hier inzicht in te krijgen. Zijn er open plekken, is het grassenbestand ergens verslechterd of staat er veel onkruid in bepaalde percelen? Doorzaaien of herinzaaien is in het voorjaar vaak minder succesvol dan in het najaar, maar met wiedeggen/rollen/slepen kan het grasland al heel eenvoudig een opknapbeurt krijgen. Kijk waar mollen zitten en probeer deze te vangen, zodat je tijdens het groeiseizoen daar niet meer je handen vol aan hebt. Het lijken veel open deuren (wat het misschien ook zijn), maar dit blijven wel belangrijke kernzaken die het succes kunnen maken of breken van het winnen van goed (ruw)voer.
Deze tip draagt bij aan:
- Broeikasgasuitstoot
- Eiwit van eigen land
- Fosfaatbodemoverschot
- Stikstofbodemoverschot