Het ene voorjaar is niet te vergelijken met het andere voorjaar. Waar het ene jaar veel te nat is om vroeg te kunnen weiden, zijn de omstandigheden een ander jaar juist een stuk gunstiger. De vroege weiders hebben in een goed jaar de koeien al buiten hebben, anderen moeten de grasgroei goed in de gaten houden om het inschaarmoment te bepalen. Nu de temperatuur ook ’s nachts wat toeneemt, zal de bodemtemperatuur ook wat op gaan lopen. Dit zal ervoor zorgen dat de grasgroei nu echt een start gaat maken.
omweiden en standweiden
Bij weidegang onderscheiden we twee types, namelijk omweiden en standweiden. Bij omweiden kan je denken aan stripgrazen of rantsoenweiden, waar je afhankelijk bent van het aanbod. Door het aanbod te meten met een grashoogte meter, of door simpelweg de grashoogte via de ‘laarsmethode’ bepalen, kan je nagaan of er al voldoende gras staat om te beginnen. Het mooiste moment om in te scharen bij omweiden is bij een grashoogte van 15 centimeter, al zou je om voldoende groeitrappen te realiseren al iets eerder kunnen beginnen.
Bij standweiden zijn we afhankelijk van de hergroei. Dit betekent dat er bij korter gras van +/- 10 cm ingeschaard kan worden en dat de hergroei door de koeien opgevreten wordt. Door roterend standweiden toe te passen, krijgen de koeien elke dag een fris stuk en komen de koeien pas na 6 a 7 dagen, afhankelijk van het aantal percelen, terug op een perceel. Dit kan zorgen voor een goede drogestof opname uit weidegras. Kijk in beide gevallen goed naar de grashoogte en let op de grasgroei. Aan de hand daarvan kan het juiste inschaarmoment worden bepaald.
Bijvoeding bij weidegang
Het eigen eiwit is nog altijd het goedkoopste eiwit. Oftewel, zorg ervoor dat het eigen eiwit benut wordt. Het is daarom van belang om goed te kijken wat er aan bijvoeding bij het weidegras past. Voordat de koeien naar buiten gaan is het verstandig om, eventueel met een voeradviseur, de bijvoeding te bepalen. Wat is de verwachte opname van gras, wat wordt er aan ruwvoer nog op stal bijgevoerd en wat is hier aan krachtvoeraanvulling nodig. Weidegras bevat in het vroege voorjaar bij gunstige omstandigheden veel eiwit én energie. Dit betekent dat een eiwitaanvulling uit krachtvoer vaak een stuk minder kan dan tijdens de stalperiode. Omdat het gras ook veel energie uit suikers bevat, zeker met deze omstandigheden, kan er vaak met een laag ureum gemolken worden. Schrik hier niet van, het komt alleen in je voordeel!
Laag ureumgehalte verbetert de stikstofefficiëntie
Let er gedurende het weideseizoen op wat het ureum gaat doen. Wordt het hoger doordat er voldoende eiwit in het gras zit, probeer dit dan met energie te compenseren. Uiteindelijk komt een laag ureum de stikstofefficiëntie ten goede, wat resulteert in minder mestafzet een hogere benutting van eigen eiwit, dus minder aankoop.
Deze tip draagt bij aan:
- Ammoniakuitstoot
- Broeikasgasuitstoot
- Eiwit van eigen land