De derogatie gaat verdwijnen en wordt tussen 2023 en 2026 volledig afgebouwd. Voor derogatie zijn er een aantal voorwaarden waar je als boer aan moet voldoen. Een van deze voorwaarden is het elke vier jaar nemen van grondmonsters. Ook wanneer er niet meer gebruik kan worden gemaakt derogatie, is het raadzaam om met enige regelmaat grondmonsters te nemen. Je kan dan kiezen voor een eenvoudig ‘’derogatiemonster’’, maar voor een kleine meerprijs kan ook worden gekozen voor een uitgebreid bodemmonster. Dit geeft een schat aan waardevolle informatie die gebruikt kan worden om de ruwvoerteelt op het bedrijf te verbeteren.
In sommige gevallen wordt gedacht: “dat ene perceel is toch altijd grasland, daar kan ik toch weinig aan verbeteren.” Er is echter vaak meer mogelijk dan gedacht. De meeste veehouders hebben wel een bepaalde hoeveelheid vaste mest op het bedrijf. In veel gevallen niet voldoende om een noemenswaardige gift op alle percelen te geven, dus zal er een keuze moeten worden gemaakt in verdeling. De meest voor de hand liggende afweging is dan deze strorijke mest te brengen naar percelen met het laagste organische stof gehalte.
Een ander kengetal dat sterk bepalend is voor het functioneren van de bodem is de pH. De optimale pH is afhankelijk van de grondsoort. Bij klei is dit ongeveer 6 en bij veen 5. Een goede pH hoeft echter nog niet te betekenen dat er geen bekalking plaats hoeft te vinden. Kijk hiervoor ook eens naar de Calcium beschikbaarheid of de Calcium-bezetting van de CEC. In een deel van de gevallen is deze Calcium-bezetting te laag en is de Magnesium-bezetting te hoog. Dit kan als gevolg hebben dat de bodemstructuur slechter wordt. Zwart-wit geredeneerd komt dit doordat de calcium deeltjes groter van structuur zijn. Deze zorgen voor meer lucht in de bodem.
Het kan zijn dat er ondanks een goede pH, toch aanvullende bekalking nodig is. Kijk hiervoor goed naar de soort kalkmeststof, zonder magnesium en (indien van toepassing) die niet de pH verhoogt als deze al op een goed niveau is. Te hoog is namelijk ook niet gewenst.
Je zou moeten voorkomen dat er te weinig eiwit in de eerste snede zit. Daarvoor is het raadzaam om niet al te vroeg kunstmest te strooien en misschien de eerste snede niet in één keer maaien. De kunstmestgift zou je ook in tweeën kunnen strooien. Zo creëer je meteen groeitrappen voor de weidegang en spreid je risico.
Deze tip draagt bij aan:
- Eiwit van eigen land
- Fosfaatbodemoverschot
- Stikstofbodemoverschot