In de maand mei komt de beweiding op veel bedrijven ‘’op volle toeren’’. Op de meeste bedrijven zal de eiwitrijke brok zijn vervangen voor een energierijke brok, om zo de eiwitbenutting te verhogen. De koeien kunnen veel uren naar buiten, omdat het gras in deze tijd van het jaar vaak ook harder gaat groeien. De echte fanatieke weiders onder ons praten dan over ‘’Magic day’’, wat is over komen waaien van landen als Ierland en Nieuw-Zeeland. Op Magic day is de grasgroei per dag hoger dan wat de koeien per dag op kunnen vreten. Hoe dat het gras verder in deze maand blijft groeien, is sterk afhankelijk van de weersomstandigheden.
Een hoge grasgroei is één kant van het verhaal. Smakelijkheid van het gras de andere kant. Zo rond eind mei zal het gras richting het bloeistadium gaan. Hierdoor loopt de kwaliteit én smakelijkheid van het gras terug, waardoor het moeilijker wordt om de koeien goed aan het vreten te houden tijdens weidegang. Het wordt daarom voor de veehouder een extra uitdaging om de koeien smakelijk gras te kunnen bieden. Door regelmatig een paar percelen te maaien blijft het aanbod van smakelijk gras op peil. Bij kleine oppervlaktes is het raadzaam om hier balen van te maken. Deze kunnen ook op een later moment worden ingezet als bijsturing van het rantsoen.
Met bemesting is ook de smakelijkheid te sturen. De voorkeur gaat daarbij uit naar geen drijfmest op weidepercelen. Mocht het zo zijn dat er door omstandigheden ook met drijfmest bemest wordt op weidepercelen, zorg dan voor kleinere giften en verdun het met water. Het is raadzaam om zo veel mogelijk van de drijfmest in de eerste helft van het groeiseizoen uit te rijden. Hiermee wordt voorkomen dat er in het najaar nog veel bemest hoeft te worden, als er toch al veel mineralisatie is vanuit de bodem. Een vereiste is dat de mestopslag hier toereikend voor moet zijn.
Deze tip draagt bij aan:
- Ammoniakuitstoot
- Blijvend grasland
- Broeikasgasuitstoot
- Eiwit van eigen land
- Fosfaatbodemoverschot
- Stikstofbodemoverschot