Maart

Wie zaait, zal oogsten!

Deze maand is het tijd voor het wegwerken van mollenschade en tijd om na te denken over de bemesting voor het komende weideseizoen. Bereken hoeveel stikstof er nodig is.

Terug naar overzicht

Graslandmanagement vindt niet alleen gedurende het groeiseizoen plaats maar is jaarrond aan de orde. De afgelopen maanden is het wat rustiger geweest met activiteiten in de polder. Hooguit zijn er wat greppels open gemaakt, hier en daar wat wallen gefreesd en regelmatig de mollen gevangen. Vooral dat laatste, want het lijkt erop dat er dit jaar een groei-explosie heeft plaats gevonden wat betreft de mollenpopulatie. Er zijn veel percelen waar mollen actief zijn. Van een paar hopen per bunder tot het helemaal zwart zien van een perceel. Het is natuurlijk bekend dat het noodzakelijk is om al deze kleine vrienden te vangen. Want we zeggen niet voor niets “Het is een zegen dat je mollen hebt, maar het vergt veel vakmanschap om de laatste kwijt te raken”, duidend op een goede bodemkwaliteit die aantrekkelijk is voor mollen maar die daarnaast zorgt voor het verlagen van de voerkwaliteit door de schade die de zwarte beestjes veroorzaken.

Weiland onderhoud na mollenschade
Nadat de mollen zijn weggevangen is het raadzaam om de molshopen te vlakken zodat je hier tijdens het maaien van je percelen geen last van hebt en er geen grond in de kuil terecht komt. Dit kan door middel van een weidesleep die de meeste veehouders wel tot hun beschikking hebben. Een andere, misschien nog mooiere machine voor dit werk is een wiedeg. Vooral een wiedeg die ook beschikt over een egalisatieplaat of iets dergelijks die de molshopen vlak kan schuiven is geschikt. Daarnaast zorgen de tanden van de wiedeg ervoor dat er wat meer zuurstof onderin de graszode komt, wat de groei van het gras ten goede komt. Maar misschien nog wel het meest belangrijke is dat de wiedeg de slechte, ondiep wortelende grassen eruit trekt en daarmee ruimte biedt aan goede grassen. Grassen als witbol en ruwbeemd, die zich van nature thuis voelen op de vochtige gronden, worden hiermee relatief eenvoudig bestreden, zonder dat grasland dient te worden zwart gemaakt. Afhankelijk van de hoeveelheid slechte grassen kan het zinvol zijn om het wiedeggen gedurende het jaar te herhalen kort na het maaien. Met name als het wat droger wordt zullen deze grassen gemakkelijk uit de zode te verwijderen zijn.

Hou bij bemesten rekening met hoeveelheid te oogsten gras en het RE gehalte
Nu de maand maart is aangebroken zal op de meeste bedrijven de bemesting van grasland starten. Bepaal goed hoeveel gras en met welk RE gehalte je wilt gaan oogsten en pas daar je bemesting op aan. Reken terug wat de beoogde stikstofonttrekking wordt, om te bepalen hoeveel stikstof er vooraf gebracht moet worden. Bijvoorbeeld uitgaande van een gewenst gehalte van 175 RE per kg ds, drijfmest van 3,8 N per kuub met een werkingscoëfficiënt van 50% en 80% werkzame stikstof uit kunstmest.

In bovenstaande tabel is te zien wat er bemest dient te worden bij een bepaalde opbrengst. Stel dat je een opbrengst van 4.000 kg ds per ha wilt oogsten en je hebt 30 kuub drijfmest bemest. Dan zal er dus uit kunstmest nog 69 kg N moeten worden toegediend. Als je ervoor kiest om Novurea S te strooien (een ureum korrelkunstmest met zwavel met 38% N), dan zal je 180 kg per hectare moeten strooien. Op deze manier kan je dus laagdrempelig een plan maken met betrekking tot wat je wilt oogsten en welke bemesting daar dan bij behoort. Succes met het aankomende grasseizoen!

 

Deze tip draagt bij aan:

  • Ammoniakuitstoot
  • Broeikasgasuitstoot
  • Eiwit van eigen land
  • Fosfaatbodemoverschot
  • Stikstofbodemoverschot