Februari

BEX voordeel, wat is dat nou eigenlijk?

Wat is het BEX voordeel? BEX geeft inzicht in de efficiëntie van voerbenutting en de milieubelasting van een veehouderij. Dat kan je bereiken door een hoge stikstofbenutting door het voeren van kwalitatief goed voer, met veel VEM en DVE en met weinig OEB. Streef daarnaast naar het aanhouden van weinig jongvee.

Terug naar overzicht

Iedereen die al bezig is met de mestboekhouding, krijgt te maken met de BEX. Voor boeren die mest af moeten voeren, wordt vaak gestreefd naar een BEX-voordeel. Maar wat is dat nu eigenlijk en wat is het voordeel?

Bedrijfsspecifieke excretie
BEX staat voor Bedrijfsspecifieke Excretie en hiermee kunnen melkveehouders sinds 2006 aantonen dat de excretie op hun bedrijf afwijkt van de forfaitaire norm. Is deze lager, dan spreek je van een BEX voordeel. Je toont dan eigenlijk aan dat jouw koeien efficiënter met stikstof (ruw eiwit) en/of fosfaat zijn omgegaan dan de norm. Voor bedrijven die niet alle mest zelf kunnen plaatsen kan dit gunstig uitpakken, omdat ze dan minder af hoeven te voeren. Echter is een voordeel relatief, omdat het alleen maar wat zegt over het verschil tussen forfaitair en specifiek.

Bepalen forfaitaire excretie
Hiervoor is het dus goed om te weten hoe de forfaitaire excretie bepaald wordt. Voor melkvee komt deze waarde uit Tabel 6 van RVO. De excretie van fosfaat is alleen afhankelijk van de melkproductie, en omdat fosfaat voor de meeste boeren niet de beperkende factor is, kijken we nu vooral naar stikstof. Voor de forfaitaire productie hiervan speelt naast melkproductie ook ureum een rol. Voor jongvee geldt voor drijfmest en stromest een vaste waarde boven en onder een jaar leeftijd, welke in Tabel 4 staat. Om het verschil duidelijk te maken, vergelijken we twee boeren met allebei 100 koeien die 9500 kg melk per jaar produceren en het jongvee tot een jaar op stro houden.

Ureumgehalte en hoeveelheid jongvee
Boer Kees melkt met een ureum van 22 en heeft 7 stuks jongvee per 10 koeien. Zijn melkkoeien produceren samen 12.750 kg N per jaar en zijn jongvee 3.360 kg. De totale excretie van zijn bedrijf komt dus op 16.110 kg N. Zijn buurman Peter pakt het anders aan, hij heeft namelijk een ureum van 16 en omdat hij minder oude koeien vervangt, heeft hij maar 3,5 stuks jongvee per 10 koeien nodig. Zijn melkkoeien produceren zo 11.800 kg N en zijn jongvee 1.680, wat neerkomt op een totale productie van 13.480 kg N per jaar.

BEX voordeel of nadeel
Stel dat beide boeren een totaal rantsoen voeren met 165 RE/kVEM. Dan zou het zomaar kunnen dat Kees met zijn 7 stuks jongvee op een bedrijfsspecifieke excretie van 15.400 uitkomt, en Peter op 13.800 met 3,5 stuks jongvee. Kees heeft hier een BEX-voordeel van 710 kg N, of 4%. Terwijl Peter een BEX-nadeel heeft van 320 kg N, ofwel -2%.

Mest afvoeren
Als beide boeren mest af moeten voeren, kiest Kees er natuurlijk voor om de BEX-norm te gebruiken en Peter rekent forfaitair. Toch moet Kees jaarlijks 1920 kg N meer afvoeren dan Peter (15.400-13.480), ondanks dat hij 6% meer BEX-winst heeft! Met 4 kg N per kuub scheelt dit 480 kuub mest, wat met €30 per kuub neerkomt op €14.400 extra afzetkosten per jaar!

Hoge stikstofbenutting
Nu is dit natuurlijk een rekenvoorbeeld, want er zijn een hoop factoren die invloed hebben op de forfaitaire en bedrijfsspecifieke excretie op een bedrijf. Toch zien we in de praktijk nog regelmatig bedrijven met een eiwitrijk rantsoen die een laag ureum melken en vice versa. De strekking van het verhaal is dan ook om je niet blind te staren op BEX-voordeel, maar vooral te sturen op een lage N excretie per kg meetmelk, oftewel een hoge stikstofbenutting. Dit kun je vooral bereiken met kwalitatief goed ruwvoer en krachtvoer, met veel VEM en DVE en weinig OEB en zo te sturen op een laag ureum in de melk. En daarnaast door zuinig te zijn op je koeien, waardoor je minder jongvee nodig hebt ter vervanging.

Deze tip draagt bij aan:

  • Ammoniakuitstoot
  • Broeikasgasuitstoot
  • Eiwit van eigen land
  • Fosfaatbodemoverschot
  • Stikstofbodemoverschot