September

Mest, daar zit wat in!

Zorg voor voldoende mestopslag voor aanwending op het meest gunstige moment. Verdun de mest met water tijdens het uitrijden voor een betere mineralenbenutting.

Terug naar overzicht

De afschaffing van de derogatie heeft op de meeste melkveebedrijven veel invloed. Er mag minder bemest worden en tegelijkertijd moet er meer mest worden afgevoerd bij dezelfde hoeveelheid land en koeien. Er mag minder dierlijke mest worden toegediend maar dit mag wel worden aangevuld met kunstmest. Dit staat haaks op de Kringlooplandbouw-gedachte en draagt totaal niet bij aan het behalen van de doelstellingen op waterkwaliteit, emissiereductie en natuur. Laten we hopen dat de politiek haar boerenverstand gaat gebruiken en hier realistisch beleid van gaat maken.

Water bij de mest
De dagelijkse realiteit is dat je als melkveehouder met het huidige beleid zo goed mogelijk om zal moeten gaan. Eén van de succesfactoren die hierbij kan helpen is water. Het toedienen van water bij de mest tijdens het uitrijden, is al vrij algemeen gebruik, zeker bij het sleepslangen van mest. Dit zorgt voor betere benutting van de nutriënten. Belangrijk hierbij is dat het water pas wordt toegevoegd op het moment van uitrijden en niet wanneer de mest nog in de opslag zit.

Water in de mestput
Nog steeds zijn er melkveehouders die om verschillende reden veel water in de mestput hebben. Nadeel hiervan is dat je meer mestopslag nodig hebt om de mest op te slaan of je bent genoodzaakt om meer mest in de nazomer uit te rijden, wat een lagere benutting betekent. Een nog belangrijker nadeel van veel water in de mestput is dat de gehalten in de mest lager worden. Voor bedrijven die mest moeten afvoeren betekent dit dat zij meer kuub ’s moeten afvoeren om aan de juiste hoeveelheid afvoer van stikstof en/of fosfaat te komen. Met de huidige mestafzetprijzen kan dit veel geld schelen. Ga dus eens kritisch na of er water in de mestput terecht komt, bijvoorbeeld regenwater, spoelwater van een melkinstallatie of water waarmee je de melkstal schoonspuit. Bekijk of dit verminderd kan worden of dat het bijvoorbeeld kan worden opgevangen in een aparte put. Probeer in oplossingen te denken!

Voldoende mestopslag steeds belangrijker
Wanneer er op het bedrijf sprake is van structureel te weinig mestopslag, dan is het realiseren van extra mestopslag een gouden maatregel. Op korte termijn valt er wellicht wat te regelen met een tijdelijke opslag en voor de lange termijn kan een vaste opslag interessant zijn. Met voldoende opslag kan je een geschikt moment kiezen om mest af te voeren, dus wanneer de mestmarkt op een (relatief) gunstig niveau is. Nog belangrijker is het dat de mest kan worden toegediend wanneer de omstandigheden van het land geschikt zijn én het gewas er om vraagt en niet wanneer het moet. Dit zal resulteren in een betere kwaliteit ruwvoer en een hogere opbrengst. Dit sluit mooi aan bij één van de lijfspreuken van Hans Dirksen: “De betere boeren hebben minimaal voor een jaar aan mestopslag en voor anderhalf jaar aan voeropslag!

Zorg voor een goede nutriëntenefficiëntie
Eigenlijk zijn bovengenoemde maatregelen geen nieuwe inzichten, maar door de huidige politieke ontwikkelingen wordt het wel urgenter. Nu, begin september, is het wellicht een geschikt moment om eens te kijken wat je nog kan verbeteren aan de opslag, voordat de mestput alweer vol zit. Een goede benutting van de mest zorgt voor een hogere nutriëntenefficiëntie op het bedrijf, wat economisch is en voor de KPI’s van het Kringloopcertificaat betere resultaten oplevert!

Deze tip draagt bij aan:

  • Ammoniakuitstoot
  • Broeikasgasuitstoot
  • Eiwit van eigen land
  • Fosfaatbodemoverschot
  • Stikstofbodemoverschot